Van LUMC:
Hoortoestelaanpassing bij musici, tips van Noor, Bartel, c.s.
• Muziekinstelling in “muziek”-programma van hoortoestel, niet in “spraak”-programma
• Voldoende ingangsbereik (A/D-converter)
• Zo mogelijk lineaire versterking tot (bijv.) 30 dB boven gehoordrempel
• Voldoende bereik lage frequenties, liefst lager dan de standaard (100 Hz)
• Verhoudingsgewijs iets meer versterking (enkele dB’s) in de lage tonen (tot 500 Hz)
• Voldoende kanalen (met in alle kanalen compressors) om frequentiekarakteristiek zo goed mogelijk te “shapen” (voor muziek is vaak ’n wat “voller” geluid beter)
• Rondom gevoelige microfoon (real ear: simulatie pinna effect)
• Geen onderdrukking impulsgeluiden
• Geen achtergrondlawaai onderdrukking
• Extra compressie ter voorkoming van peak clipping uitzetten
• Alle “windblock”, “noiseblock”, “echoblock” functies uitzetten
• “Soundrecover”, “frequency transposition”, “frequency compression” uitzetten
• Weinig of geen versterking > 3 kHz, om vervormde waarneming van de hogere “formanten” (vanaf achtste boventoon) te vermijden
• Verhouding compressie/lineariteit zorgvuldig afwegen door uitproberen
• Last but not least: goed luisteren naar wat de musicus ervan vindt