In 7 vragen wordt een beeld geschetst van verschillende stemprofessionals, zowel KNO-artsen, logopedisten als zangdocenten.
‘De enige echte reis is niet om met dezelfde bril op door honderd verschillende landen te reizen, maar om een en hetzelfde land door honderd verschillende brillen te bekijken’.
Marcel Proust
Vandaag: Lynke Wiersma, klinisch logopedist en logopediewetenschapper in Amsterdam UMC, locatie AMC, afd. KNO.
- Ze onderzoekt en behandelt volwassenen met klachten op het gebied van stem, spraak, ademen, kauwen en slikken, zowel klinisch als poliklinisch.
- Heeft speciale aandacht voor o.a. complexe stemproblemen, onbegrepen (‘psychogene’) stem- en keelklachten, orofaciale klachten, hoofd-halsoncologie en genderdysfonie.
- Geeft onderwijs over deze onderwerpen aan studenten geneeskunde en artsen in opleiding tot specialist.
- Doet met het laryngologieteam wetenschappelijk onderzoek naar stemgerelateerde onderwerpen.
- Zingt als amateursopraan in een kamerkoor.
1. Welke overtuiging of handelswijze heeft je beroepsmatig handelen de afgelopen 5 jaar het meest verbeterd?
Complexe, onbegrepen (stem- en keel)klachten (SOLK) kunnen een onbewuste neurobiologische oorzaak hebben en het autonome zenuwstelsel kan hier een rol in spelen. Bij sommige van deze stem- en keelklachten is erover praten met een psycholoog niet voldoende, maar moet er op neurobiologisch (lichaamsgericht) vlak iets gebeuren. Het werk van Harm Drost over neurofoniatrie kende ik al en is fascinerend; het werk van Porges (polyvagaaltheorie) sluit hierbij aan.
2. Welke patiënt of behandeling is je het meest bijgebleven en waarom?
Ik zie veel zeldzame stemaandoeningen en blijf me na al die jaren nog verbazen over wat er kan ontsporen. Bijzonder vind ik de patiënten die afoon binnen komen zonder oorzaak (niet-organische/’psychogene’ dysfonie) en die na één sessie weer normaal pratend de deur uitgaan. Of de patiënten waarbij de stembanden juist paradoxaal werken zonder oorzaak: ongecontroleerde stridor of schreeuw- en gromgeluiden. Soms lukt het normaliseren in een kwartier, soms is het 2 uur heel hard werken. Fantastisch om te horen hoe het brein weer de connectie met de stembanden maakt. Dan win je zoveel kwaliteit van leven!
Ook is het mooi patiënten te begeleiden waarbij het strottenhoofd niet meer functioneert door ziekte. Je kunt ze in de laatste fase van hun leven een stem geven door te helpen met communicatieapparatuur.
3. Wat vind je de beste tips op stemgebied?
- Stem is zoveel meer dan een paar stembanden. Zorg daarom goed voor jezelf: eet en drink gezond, beweeg, slaap voldoende, ontspan, maak contact, vind zingeving. Als je in balans bent, kan je stem meer aan!
- Adem door bij inspanning, zet de boel niet vast.
- Je hoeft niet altijd alles te zeggen wat je denkt. Luister en geef je stem rust.
4. Welk boek zou je collega’s aanbevelen en waarom?
- Stemstoornissen, handboek voor de klinische praktijk, van deBodt et al voor de evidence-based toepassing van stemonderzoek en behandeling.
- een goede anatomieatlas, bijv. Prometheus Hoofd, hals en neuroanatomie.
- Vreemde stemmen, zware tongen van dr. H. Drost. Over neurofoniatrie, psychogeen stem- en spraakgedrag, symptoomgerichte methoden. Met een geweldige DVD van bijzondere stemmen.
5. Als je ergens een gigantisch bilboard zou kunnen neerzetten, wat zou er dan op staan en waarom?
Denk kritisch, blijf genuanceerd!
Oordeel niet te snel. Blijf nieuwsgierig, vraag door, luister en pas op voor aannames. Houd ruimte in je overtuigingen en onderbouw ze door informatie te vergaren. Dat helpt je als mens en als clinicus.
6. Welk advies zou je geven aan een logopedist die zich wil specialiseren op stemgebied?
- Verdiep je goed in anatomie, fysiologie, pathologie. (Her)ken ziektebeelden, luister en kijk goed. Je bent paramedicus, dus gebruik evidence based (para)medische richtlijnen en wees ook in je behandeling kritisch in wat je toepast en waarom: er komt steeds meer evidence voor behandelmethoden.
- Gebruik kwantitatieve en objectieve onderzoeksmethoden, zodat je goed vastlegt hoe de stem klinkt, wat hij kan en hoe de patiënt zijn handicap ervaart. Dit voorkomt vage beschrijvingen en lange trajecten zonder verbetering. ‘Meten is weten, gissen is missen’.
- Een larynxbeeld is essentieel in je diagnostiek en behandeling.
- Investeer in je netwerk met een goede laryngoloog, orofaciaal fysiotherapeut, psychotherapeut, zangpedagoog en stemcollega’s om te sparren.
- Doe veel nascholing; manuele larynxfacilitatie is een must.
- Train je eigen stem door zangles te nemen.
7. Wat vind je belangrijk om aan collega stemprofessionals te melden?
Gebruik de (para-)medische richtlijnen en laat aan je verwijzers zien wat je waard bent. ‘Stem’ kan soms verzanden vaagheid, maar wees duidelijk. Regelmatig geeft het logopedisch onderzoek de doorslag voor een diagnose (bijv. spasmodische dysfonie, dysartrie die bij ALS blijkt te passen). Beschrijf goed, communiceer helder en blijf niet aanmodderen als je het niet meer weet. Stem is multidimensioneel en multidisciplinair!
8. Ik geef de bal van ‘stemprofessional in beeld’ door aan:
KNO-arts en logopedist Rico Rinkel.
Foto boven: met toestemming