In het verleden was er in Nederland een onderzoeksinstituut (Theodora Versteegh Stichting) waar professionele zangers geclassificeerd werden volgens uitgebreid protocol, zowel op KNO-gebied als via fonetografie. Anno 2021 is er geen sprake van systematisch beleid. Conservatoria sturen zangers in opleiding regelmatig ter controle naar een KNO-arts om organische problemen uit te sluiten; er wordt daarbij zelden ook specifiek geclassificeerd. Classificatie gebeurt meestal door de betrokken zangdocenten.
Het is niet bekend of deze handelwijze voldoet en of er eventueel behoefte is aan een meer systematische aanpak en grotere specialisatie ten aanzien van specifiek classificeren. Te denken is daarbij aan gespecialiseerde KNO-artsen/laryngologen en gespecialiseerde logopedisten met kennis van de zangstem en de koorwereld.
In de koorwereld wordt door koordirigenten uitgebreid geclassificeerd. Inschatting is dat de kwaliteit van deze metingen zeer matig is en dat er heel regelmatig verkeerde oordelen worden geveld, m.n. door krapte in de stemverdeling, door onvoldoende kennis over gezond stemgebruik, en door onvoldoende afstemming tussen de omvang van partituren en de mogelijkheden van de zanger(es). Koordirigenten in opleiding worden op dit gebied minimaal geinstrueerd.
Het is niet bekend of deze handelwijze (toch) voldoet en of er eventueel behoefte is aan een meer systematische aanpak. Te denken is daarbij aan gespecialiseerde KNO-artsen/laryngologen en gespecialiseerde logopedisten met kennis van de zangstem en de koorwereld. Je zou daarbij kunnen denken aan onderzoeksteams die systematisch hele koren onderzoeken.
Samenwerking met Koornetwerk Nederland, diverse zangersbonden, conservatoria Koordirectie,overige koordirectieopleidingen lijkt daarbij gewenst. In 2021 of 2022 zou via interviews met bovengenoemden een beeld geschetst kunnen worden van stand van zaken en behoeften.